(dag 1-81)
Tien seconden: ik sluit mijn ogen
en kruip in het pakket.
Langs de spleet onder de postzegels
kruip ik de donkere doos binnen,
waar het warmer wordt,
en ik steeds kleiner,
een donkerrode sluier mijn wangen bedekt
en ik door natte, onderaardse gangen,
iets tussen een darmwand en een baarmoeder in,
naar het ontbreken van licht afdaal.
We kunnen er enkel kijken met onze handen
en onze neus, die een slijmspoor waarneemt
tussen het stof. Ondertussen vraag ik mij af
hoe ik weer zo zacht geworden ben, zo krachteloos
en kruip in het pakket.
Langs de spleet onder de postzegels
kruip ik de donkere doos binnen,
waar het warmer wordt,
en ik steeds kleiner,
een donkerrode sluier mijn wangen bedekt
en ik door natte, onderaardse gangen,
iets tussen een darmwand en een baarmoeder in,
naar het ontbreken van licht afdaal.
We kunnen er enkel kijken met onze handen
en onze neus, die een slijmspoor waarneemt
tussen het stof. Ondertussen vraag ik mij af
hoe ik weer zo zacht geworden ben, zo krachteloos
-
(day 1-81)
(image 20)
Ten seconds: I close my eyes
and enter the parcel.
Through the slit underneath the stamps
I crawl into the dark box,
where it grows warmer
and I grow smaller,
where a crimson veil covers my cheeks
and I descend, through wet cisterns,
something like a colon or a uterus,
and enter the parcel.
Through the slit underneath the stamps
I crawl into the dark box,
where it grows warmer
and I grow smaller,
where a crimson veil covers my cheeks
and I descend, through wet cisterns,
something like a colon or a uterus,
looking for the lack of light.
We can only look with our hands in here
and our nose, that observes traces of slime
and our nose, that observes traces of slime
In the dust. Meanwhile I ask myself
how I’ve grown so soft, so forceless,
No comments:
Post a Comment
Note: Only a member of this blog may post a comment.